Met de camper op reis in de winter

In de winter zijn de omstandigheden om met de camper te reizen en te kamperen uitdagender dan in andere seizoenen. Daarom is het belangrijk dat u zich degelijk voorbereidt als u op reis gaat, zodat u veilig op de plaats van bestemming aankomt en van een comfortabel verblijf kunt genieten.

Om zo goed mogelijk op reis te kunnen gaan, is een aantal aandachtspunten van belang. We geven u graag de volgende 12 tips:

1. Winterbanden: Ook voor een camper zijn winterbanden geen overbodige luxe. In landen zoals Duitsland, Oostenrijk en Zweden zijn winterbanden zelfs verplicht, anders bent u niet verzekerd in geval van schade. Controleer dus vóór vertrek altijd de wetgeving van het land waarin u reist.

2. Sneeuwkettingen: Net als winterbanden zijn ook sneeuwkettingen verstandig om mee te nemen. Zorg voor werkhandschoenen, een oude jas en een knielmatje, zodat u de sneeuwkettingen makkelijk om de banden heen kunt leggen. Sneeuwkettingen zijn verplicht op trajecten die zijn aangegeven met het ronde blauwe bord met daarop afgebeeld een band met sneeuwketting. Oefen van te voren met het leggen van de sneeuwkettingen, zodat u tijdens de reis snel door kunt.

3. Ruitensproeiervloeistof antivries: Bij pekel gaat de ruitensproeiervloeistof snel op, omdat u het wellicht zelfs dagelijks nodig heeft mocht het vriezen, dus neem voldoende reserve mee. Ruitensproeiervloeistof met antivries is wettelijk niet verplicht in de winter, maar is wel aan te raden. Hiermee blijft uw zicht altijd optimaal en voorkomt u vervelende situaties.

4. Slotontdooier: Het is verstandig om een flesje slotontdooier bij u te hebben. Leg die niet in de camper, maar stop het altijd in een handtas, jas- of broekzak. Hierdoor is de kans klein dat de slotontdooier bevriest of dat u hem vergeet in de camper, zodat u daar niet binnenkomt.

5. IJskrabbers: Neem voldoende ijskrabbers mee, want in de kou kunnen ze bij gebruik makkelijk breken. Naast ijskrabbers is een spuitbus ontdooispray ook heel handig.

6. Deurrubbers: Behandel de deurrubbers van tevoren met een speciale stift, spray of talkpoeder om vastvriezen van de portieren te voorkomen.

7. Sleepkabel: Neem altijd een sleepkabel mee voor als u zelf of iemand anders onverhoopt van de weg glijdt of vast komt te zitten.

8. Startkabels: Startkabels zijn handig als de accu bij (extreme) kou onvoldoende capaciteit blijkt te hebben.

9. Zaklampen: Neem voor noodgevallen ook zaklampen en reservebatterijen mee.

10. Plakband: Breed aluminiumkleurig plakband op de portiersloten bevestigen houdt ze tijdens het parkeren vrij van sneeuw.

11. Veiligheidshesjes: Deze zijn in steeds meer landen verplicht om te dragen bij pech onderweg of na een aanrijding. Maar ook als het niet verplicht is, biedt het meer veiligheid, zeker in de donkere wintertijd en bijvoorbeeld tijdens het aanbrengen van de sneeuwkettingen.

12. Verwarming: Laat het verwarmingssysteem van te voren nakijken en zorg voor voldoende gasflessen die tegen bevriezing kunnen. Een extra kacheltje kan ook handig zijn.

Het is belangrijk om te weten of uw camper geschikt is voor winterkamperen. Tegenwoordig zijn de moderne campers goed uitgerust met de juiste voorzieningen om ook bij (strenge) vorst comfortabel te kunnen kamperen. U kunt de voortent tijdens het winterkamperen gebruiken als extra opslagruimte voor ski’s en dergelijke of als warmtesluis.

Kies op de camping een plek in de zon, omdat de camper hierdoor minder energie verbruikt. Het is ook aan te raden om een plastic zak over de disselkop te doen om bevriezing door smeltwater te voorkomen. Om lekkages te voorkomen is het verstandig om het dak van uw camper sneeuwvrij te houden. Vergeet niet om tijdens het koken of de afwas te ventileren, zodat het vocht niet blijft hangen.

Uiteraard is een goede en tegen kou bestendige elektriciteitskabel ook belangrijk. Probeer zoveel mogelijk te voorkomen dat de kabel de grond raakt en houd hem sneeuwvrij.